30-01-2009

Syndicale rechten




In Mundo do Trabalho werd vandaag gedebatteerd over syndicale en werknemersrechten. Te oordelen naar de opkomst en het aantal tussenkomsten is dat een hot item. In veel landen – er waren getuigenissen uit Colombia, Kenia, Brazilië, Senegal... - kan je maar beter niet met vakbond bezig zijn. Doe je dat wel, dan kan je je baan kwijtraken, bedreigd worden, vervolgd, gevangen gezet en zelfs vermoord.

Volgens een rapport dat het Internationaal Vakverbond enkele maanden geleden publiceerde gaan de schendingen van de vakbondsrechten op alle continenten in stijgende lijn. De verwachting is dat de internationale crisis die tendens nog zal versterken.

Over hoe dit moet gekeerd worden, was minder duidelijkheid. Eerst en vooral moet men zicht krijgen op de situatie. Het IVV probeert alvast op een gestructureerde manier informatie te verzamelen over schendingen. Die gegevens wil ze regelmatig publiceren. Op het terrein verwachten vakbondsmensen dat ook de overheid een rol speelt. Dat begint met een einde te stellen aan de straffeloosheid die momenteel in veel landen heerst; zelfs als vakbondsmensen vermoord worden en men weet wie de dader is, dan nog blijven die blijkbaar vaak op vrije voeten rondlopen. Ze gaan ook heel ver mee in een ultraliberale logica van deregulering; de markt regelt zichzelf wel. Om economische activiteit aan te trekken, installeren overheden bv. ook vrijhandelszones, afgebakende gebieden waar de ondernemers veel voordelen krijgen, maar die voor werknemers zones zonder rechten zijn. Dat is voor de vakbond onaanvaardbaar.
Naast overheden kunnen ook internationale instellingen zoals de Internationale Arbeidsorganisatie een rol spelen. Maar het allerbelangrijkste, zo benadrukten de meeste sprekers zijn sterke vakbonden en solidariteit.

Marc Weyns van LBC deed een tussenkomst om te vertellen dat ook in België de syndicale rechten onder druk staan. Hij illustreerde dit met de problemen en acties bij Carrefour.

Een miljard bomen voor Amazonië





Een andere wereld is mogelijk, dat is de slogan van het WSF. Je kan hier aan die andere wereld op heel uiteenlopende manieren werken. Pratend en discussiërend natuurlijk, maar dansen, zingen of bidden is evengoed. Een van de vele andere mogelijkheden is deel te nemen aan het programma ‘Een miljard bomen voor het Amazonewoud’. Dat doe je door een boom te planten, een zaadje eigenlijk. Die boom wordt naderhand gebruikt om 1 miljoen hectare grond te herbebossen. Brazilië is momenteel wereldleider inzake bosvernietiging en dat willen ze hier graag keren.

Inheemse volkeren



Op het WSF wordt dit jaar speciaal aandacht besteed aan de inheemse volkeren en dat is niet toevallig. Belém is de toegangspoort tot het Amazonegebied. 27 % van dit gebied behoort toe aan inheemse volkeren. Zo’n 10 % van de bevolking van Zuid-Amerika woont er en dat zijn toch gauw 44 miljoen mensen. Velen van hen moeten vechten om te overleven. Nogal wat multinationale ondernemingen ontwikkelen nl. op hun grondgebied activiteiten die de bevolking schade berokkenen. Het gaat om bedrijven die actief zijn in ondermeer mijnbouw, olie-ontginning, bosbouw, sojaproductie, de bouw van waterkrachtcentrales …

28-01-2009

Het echte werk



Na de startmanifestatie gisteren begon vandaag het echte werk op het WSF. Zo’n Forum is een grote markt met voor ieder wat wils. De 80 000 deelnemers die de organisatoren verwachten komen in ontelbare grote en kleine werkgroepen samen om te discussiëren over thema’s zoals vrede en ontwapening, democratie en de democratische instellingen, een economie gebaseerd op solidariteit, milieu, inheemse volkeren, gelijkheid en diversiteit, mensenrechten m.i.v. het recht op werk, de dominantie van het kapitaal, multinationale ondernemingen, internationale handel, de crises, toegang tot gemeenschappelijke goederen zoals water en wouden, … Er zijn dus heel wat ernstige dingen mee te maken, maar daarnaast is ook veel plaats voor ontspanning met muziek, dans, toneel. Er zijn uiteraard standjes met eten en drinken en wie de consumententoer op wil, komt ruimschoots aan zijn trekken: kleren, juwelen, artisanaat, … al dan niet geproduceerd en aangeboden door een coöperatieve.
Het Forum is dit jaar keurig georganiseerd op twee universitaire campussen. Er zijn programmaboekjes – boeken eigenlijk – waar ook plannetjes instaan zodat je op het juiste uur op de juiste plaats kan zijn en er lopen heel wat behulpzame vrijwilligers rond die vaak zelfs wat Engels spreken.
Een plek waar de ACV-delegatie veel te vinden zal zijn is de tent die de naam Mundo do Trabalho meekreeg. Veel discussies die van ver of dichtbij met arbeid te maken hebben, zullen daar gevoerd worden. Vandaag ging dat over ‘verandering van het klimaat en duurzame ontwikkeling’.

Openingsmanifestatie




Het is regenseizoen in het noorden van Brazilië en de deelnemers aan de openingsmanifestatie van het Wereld Sociaal Forum hebben het geweten! In een gietende regen – weliswaar een warme regen – trok een indrukwekkend aantal mensen langs de centrale boulevards van Belém. Na een uurtje klaarde het op. Pas toen konden - met de toestellen die na al dat water nog werkten – foto’s gemaakt worden.

Ontspannen Algemene Raad


De ACV-delegatie was te gast op de Algemene Raad van de UGT in Belém. Zo’n 800 militanten, délégués en vrijgestelden waren hiervoor uit heel Brazilië naar Belém gekomen; aansluitend nemen ze deel aan het WSF.
Een Algemene Raad verloopt min of meer zoals een AR of een congres in het ACV. Aan een bestuurstafel vooraan zitten de voorzitters van de centrales; af en toe komt er wel iemand bij zitten of gaat er iemand weg. Er zijn twee presentatoren die aankondigen wie het woord zal nemen. En zo gaat dat uren door. Een groot verschil met België is wel het volume dat de sprekers produceren. Het gaat er hier Zuid-Amerikaans aan toe. Marc Becker die als delegatieleider een korte toespraak hield, deed dat dan ook in dezelfde stijl.
Het publiek in de zaal is tijdens de urenlange toespraken wel niet zo gedisciplineerd. Op de eerste rijen wordt er nog braaf geluisterd, maar verder in de zaal vallen vaak gaten van mensen die een pauze nemen. Er wordt ook uitgebreid gekletst met de buren. Alles bijeen ging het er behoorlijk ontspannen aan toe op deze Raad.

27-01-2009

Escola de Pesca



Even buiten Belém ligt een kleine school voor visserij. Het beheer is in handen van de vakbonden, het stadsbestuur en de vissers zelf. Het objectief is aan jonge mensen te leren hoe ze op een duurzame manier aan visserij kunnen doen.

Om toegelaten te worden zijn er twee belangrijke criteria: zoon zijn van een van visser of eventueel werken in een visserijbedrijf én tussen 15 en 24 jaar zijn. De jongeren krijgen afwisselend 14 dagen les op school waar ze verblijven in internaatsverband. De andere 14 dagen gaan ze naar huis waar ze dan 14 dagen werken. Naast de lessen – algemene vakken, maar ook mechaniek, visserijbeheer, onderhoud van boten, …- zijn ook stages voorzien.

Na anderhalf jaar hebben deze jongeren een diploma. Voor velen van hen is dat een enige kans. Ze wonen vaak op eilanden waar onderwijs voor hun leeftijdsgroep ver te zoeken is. Het opzet van heel dit project is ook dat de leerlingen de kennis die ze verworven hebben naderhand doorgeven in hun familie.

In de Escola de pesca worden ook seminaries gegeven. Die kunnen gaan over visserij, maar ook ruimer, over bijvoorbeeld milieu of de AIDS-problematiek.
Gezien het succes van het project, broedt men momenteel op een plan om in de regio nog een dergelijke school op te zetten.

Visserij in Para


De visserij is een belangrijke sector in de staat Para waar de oppervlakte aan zoet water ongeveer 2 keer de oppervlakte van België beslaat en waar ook de zee vlakbij is. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de industriële visserij en de kleinschalige visserij in familieverband.

De ACV-delegatie bezocht Amazon Catfish, een visverwerkend bedrijf. Catfish is de naam van een heel populaire vis in Brazilië. De vis wordt aangevoerd door schepen van het zusterbedrijf Para Aliments.
Met stalen boten van 24 meter gaat een bemanning 20 dagen de zee op. Per dag halen ze 2 ton boven. Een bemanning bestaat gewoonlijk uit 7 personen die op zee leven in een ritme van 6 uur werken, 6 uur slapen, 6 uur werken, … Netten die uitgegooid zijn, worden namelijk na 6 uur weer opgehaald. De vis wordt in het ruim op ijs bewaard.

Amazon Catfish voert een groot deel van de vis weer uit, maar eerst wordt de vis schoongemaakt en vaak ook gefileerd, wat uiteraard flink wat meerwaarde creëert. Het fileren gebeurt door vrouwen “want”, zegde de directeur van het bedrijf, “als we dat door mannen laten doen, gaat er veel meer vis verloren.” De loonkost bedraagt 11% van de totale productiekost. De zwaarste kost in heel het proces is de brandstof voor de boten.
Soms wordt de vis met kop en al uitgevoerd. In Europa hebben we doorgaans liever gefileerde vis, maar naar Spanje en ook naar Engeland worden bepaalde soorten uitgevoerd mét kop.

26-01-2009

Ilha de Combu


Op 15 minuten varen van Belém ligt een andere wereld, de wereld van de Riberinos, letterlijk: zij die langs de rivier leven. Van in Belém is er een overzet die je in een kwartier naar Ilha de Combu brengt. Zo’n 5000 Riberinos leven er in primitieve omstandigheden langs de Guama en zijn zijtakken. De rivier is hier de belangrijkste weg om zich te verplaatsen. De mensen leven er vooral van fruit uit het woud, ze telen wat maniok en er is een klein beetje toerisme. Dat zijn dan mensen uit Belém – en in dit geval een groep ACV-ers uit België - die een uitstapje maken, naar de weelderige oerwoudplantengroei kijken en iets drinken in het café-restaurant. Er zijn voor de Riberinos wel een aantal basisdiensten uitgebouwd, bv. inzake gezondheidszorg en basisonderwijs.

Op schok met UGT


Het is super-de-luxe dat we hier in Belém niet zelf een wagen moeten besturen. Dat doen de mensen van UGT-Handel voor ons; die hebben zich namelijk over onze delegatie ontfermd. Ze hebben een programma samengesteld voor de eerste dagen en ze begeleiden ons ook heel de tijd. We hoeven daardoor niet zelf uit te zoeken hoe we van punt a naar punt b geraken en we moeten ons niet als chauffeur in het hectische verkeer te begeven. Meerijden – in auto, bus of taxi - is trouwens al spannend genoeg.

De UGT-collega’s hebben ons een eerste uitleg gegeven over de organisatie van de vakbond in Brazilië. Het punt van gelijkenis met België is dat de werknemers volgens hun professionele bezigheden zijn aangesloten bij een vakcentrale. De UGT heeft bv. een centrale metaal, een centrale van de handelaars, openbare diensten, … Zo zijn er 66 centrales. De lokale organisaties zijn aangesloten bij een van de landelijke organisaties. Zo zijn er momenteel 8 waarvan UGT, Uniao General dos Trabahaldores, de 3e grootste is. De UGT is recent ontstaan uit een samengaan van drie bestaande organisaties, waaronder de CAT die vroeger was aangesloten bij het Wereldverbond van de Arbeid. Anders dan in België is het mogelijk om op lokaal vlak een UGT-afdeling te zijn, maar op landelijk vlak aan te sluiten bij een andere organisatie. Er bestaat ook een wetgeving die stelt dat in een bepaalde regio geen twee vakbonden in dezelfde sector actief kunnen zijn. In Belém is er van de concurrerende vakbonden dus geen afdeling Handel, want er is al de UGT-Handel.

De Braziliaanse vakbonden halen hun inkomsten enerzijds uit een overheidsbijdrage. De overheid betaalt voor elke werknemer (in het formele circuit) een bepaald bedrag per jaar. Dat geld wordt via een ingewikkelde sleutel verdeeld tussen de vakbonden. Daarnaast betalen de leden aan de vakbond van hun keuze ook rechtstreeks een bijdrage.

To do
Brazilië is een immens land en de uitdagingen zijn van dezelfde ordegrootte. Alleen al de afstanden zijn een uitdaging.
Een probleem dat voor de vakbond in Brazilië in elk geval hoog op de agenda staat is het doen respecteren van de syndicale en vakbondsrechten. In het bijzonder in de deelstaat Para – waar Belém ligt – schijnt dit problemen te stellen. We zitten hier niet zo ver van Colombia en volgens de UGT-mensen is de situatie op mensenrechtenvlak ook vergelijkbaar.
Ander aandachtspunt is de vakbondswerking in de informele sector. Van de 70 miljoen werknemers in Brazilië zou zo’n 30 miljoen daarin werken. Tot nu toe is er geen vakbondswerking voor hen, UGT heeft ook niet iets als een centrale voor informeel werk, maar er is wel een discussie aan de gang binnen de organisatie over hoe dat in de toekomst wel zou kunnen.

De vakbondsmensen van Para zijn ook erg blij dat het Wereld Sociaal Forum in Belém doorgaat. Daardoor komen een aantal punten die voor de regio heel belangrijk zijn - zoals de exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen in het Amazonewoud - vanzelf bovenaan de agenda. Ook de strijd die de inheemse volkeren voeren voor hun bestaan staat aan de agenda op het WSF.

23-01-2009

22 januari, reisdag


5 u ‘s ochtends: Brussels Airport
6.10 uur: inschepen voor Lissabon
8.20 uur (plaatselijke tijd): aankomst in Lissabon
10.20 uur: vertrek naar Brasilia; een vlucht van een kleine 9 uur. Praatje maken, eten, lezen, even rondlopen, filmpje kijken, eten, terug rondlopen, …
18 uur (plaatselijke tijd): aankomst in Brasilia
20 uur: aankomst in Belém

De mensen van UGT zijn zo vriendelijk ons op de luchthaven te verwelkomen en ons naar het hotel te brengen. De taalbarrière manifesteert zich onmiddellijk: de chauffeur kent enkel Portugees en zijn passagiers kennen dat niet. Met een paar zinnetjes Spaans kunnen we wel iets gezegd krijgen, maar het is toch heel minimaal. Waarom hebben we geen woordjes Portugees geblokt?!


Om 23 uur komen we aan in het hotel.





21-01-2009

Naar het WSF in Belém

Van dinsdag 27 januari tot zondag 1 februari gaat in Belém, Brazilië het Wereld Sociaal Forum door. Het ACV zal daar aanwezig zijn met een groep van 20 verantwoordelijken, medewerkers en militanten. Want ook ACV-ers denken dat een andere wereld mogelijk is.

Na twee voorbereidende vergaderingen is de ACV-delegatie helemaal klaar om morgen, 22 januari, te vertrekken naar Brazilië. De bedoeling is om daar voor de start van het Forum kennis te maken met de Braziliaanse vakbondswerking. Er zijn de eerste dagen ondermeer contacten gepland met mensen uit de horeca, handel, de bouw, de visserij, de gezondheidszorg,... Zo zijn we goed geacclimatiseerd tegen dinsdag 27 januari, als het WSF van start gaat.

Parallel met het WSF wordt van 28 tot 30 trouwens ook een Wereld Syndicaal Forum georganiseerd rond onderwerpen zoals klimaatverandering, schending van vakbondsrechten, handel, waardig werk, de financiële crisis, … We zullen als syndicalisten niet weten wat eerst gedaan.